Het kabinet beschrijft in het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ dat we in een circulaire economie efficiënter en zorgvuldiger met grondstoffen, materialen en producten omgaan: ‘Door die transitie kunnen we een belangrijke bijdrage leveren aan CO2-reductie, biodiversiteit, verbetering van lucht-, water- en bodemkwaliteit en leveringszekerheid van grondstoffen.’
Nauw contact met bedrijven
Omgevingsdiensten zijn een belangrijke schakel in de transitie naar een circulaire economie. ‘De FUMO is in Fryslân verantwoordelijk voor de toepassing en uitvoering van de afval wet- en regelgeving,’ zegt projectleider Gerard Groen. ‘Dat doen we door middel van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH-proces). Onze collega’s staan in nauw contact met bedrijven. We kijken nu bijvoorbeeld al naar energieprestaties en het verwerken van afval om vervuiling te voorkomen.’
Circulariteit stimuleren
De exacte rol van omgevingsdiensten is nog niet uitgekristalliseerd. Gerard: ‘Maar de provincie gaf ons wel al de opdracht om met een plan van aanpak te komen. Het startpunt daarvoor is het rapport dat we samen met onderzoeks- en adviesbureau Metabolic opstelden. Daarin zoomen we in op kansen voor de FUMO en de provincie om circulariteit te stimuleren. We beschrijven vier mogelijke rollen voor de FUMO, namelijk die van kennismakelaar, de aanjager, de facilitator en de ketenregisseur.’
Ambassadeurs
Om de ambitieuze doelstelling van de provincie te halen richtte Gerard een werkgroep op met zes enthousiaste FUMO-medewerkers. ‘Deze medewerkers mogen we gerust onze ambassadeurs noemen,’ zegt Gerard: ‘zij hebben net de opleiding Circulaire Economie aan de Aeres Hogeschool afgerond en werken momenteel aan een meerjarig programma. Op basis van dat programma wil de FUMO het kenniscentrum worden op het gebied van circulariteit in relatie tot onze VTH taakuitoefening. Wij kunnen daardoor onze samenwerkingspartners, deelnemers en bedrijven snel adviseren over het verbeteren van het circulaire proces van een bedrijf.’
Scope
‘Eén van de onderdelen van het meerjarig programma is het maken van een implementatieplan: de route die we bewandelen om in 2050 volledig circulair te zijn. Het is belangrijk om daarin de scope vast te leggen. Circulaire economie is veelomvattend en als omgevingsdienst kunnen we niet overal onze aandacht op vestigen. Vooralsnog ligt die scope ook alleen op de bedrijven die onder het bevoegd gezag van de provincie vallen. Omdat de provincie opdrachtgever is. Het is te verwachten dat we de scope gaan uitbreiden, aangezien al onze deelnemers met hetzelfde vraagstuk te maken krijgen.’
‘Om tot een volledig implementatieplan te komen heeft Metabolic in samenwerking met de werkgroep verschillende onderzoeken gedaan. We brachten de huidige situatie in kaart om te kunnen bepalen welke stappen we nog moeten nemen. Zo lieten we de afvalstoffen in Fryslân analyseren. Daardoor weten we wat er vrijkomt én wat we ermee kunnen. Bij een aantal bedrijven hebben we een vragenlijst afgenomen om een bedrijfsprofiel op te kunnen stellen. Daardoor weten we wat bedrijven stimuleert en wat belemmerende factoren zijn. Denk aan financiën en wet- en regelgeving.’
Stip op de horizon
‘Het eindpunt van het implementatieplan moet zijn dat wij vanuit onze VTH-taak volledig circulair handelen. Dat we situaties beter kunnen beoordelen, risico’s beter kunnen inschatten, sneller kunnen handelen en daarmee dus bedrijven beter kunnen bedienen in het circulaire proces. Dat betekent dat onze vergunningen daarop ingericht moeten zijn, dat onze toezichthouders een belangrijke rol spelen bij het vroegtijdig signaleren van mogelijke circulaire initiatieven en dat onze juristen juridische belemmeringen kunnen oplossen. Het implementatieplan is voor negentig procent klaar, daarna is het tijd voor fase twee. Het implementatietraject: de uitvoering en tussentijdse evaluaties van dit implementatieplan.’
Verandering is nodig
Het uitvoeren van de vraag van de provincie is voor de FUMO een intensief project. Eén waarbij we focussen op het opleiden van eigen mensen (de ambassadeurs) om kennis over circulaire economie in huis te krijgen. ‘Dat doen we vooral omdat we het belang van de landelijke ambitie onderschrijven,’ zegt afdelingshoofd Sven Boender: ‘we kunnen de ambitie ook niet los zien van andere ontwikkelingen op het gebied van energie en duurzaamheid. Daarom starten we naast dit project ook samen met onze deelnemers een werkgroep op het gebied van energie, circulaire economie en duurzaamheid. Om regionaal de kansen te verkennen om gezamenlijk op deze onderwerpen zo efficiënt en effectief mogelijk onze mensen en middelen in te zetten. Door deze inzet geloof ik sterk dat we aan het begin staan van verandering.’